Staalbouw column: Oude gardes

In een serie columns deelt André Romijn (Productmanager bij ConstruSteel) zijn pragmatische visie over diverse thema’s binnen de staalbouw. In zijn eerste column belicht hij het gebruik van productiedata voor efficiënter werken en nauwkeuriger calculeren.

Oude gardes

‘Zeg jongen, wil jij even voor me naar de super? We eten pannenkoeken vanavond.’
‘Lekker pa, wat heb je nodig?’
‘Boter, meel, melk en eieren.’
‘Ja, begrijp ik, maar hoeveel?’
‘Uhm, weet ik niet precies. Kijk maar. Hier heb je twintig, dat moet wel voldoende zijn.’
‘Hoe laat eten we dan? Ik heb trek.’
‘Als het klaar is…’
‘Maar pa, je maakt al jaren pannenkoeken, maar je weet niet wat er precies ingaat, hoeveel het kost en hoelang het duurt? Dat kan toch niet.’
‘Ach lieve jongen, dat heb ik altijd al zo gedaan, dat houd ik toch allemaal exact niet bij…’

Deze vader doet mij sterk denken aan een staalconstructiebedrijf, vaak een familieonderneming. Met veel liefde en zorg wordt aandacht besteed aan het product, de productie en machines. Maar veel staalbouwbedrijven calculeren op ervaring, met kengetallen die ooit op papier zijn gezet. Er wordt te weinig getoetst of deze kengetallen nog actueel zijn. Denk aan normtijden en restafval. Wordt dit nog altijd verwerkt in een calculatie waarin er enkel in kg’s wordt gerekend? Staalbouwbedrijven die geld willen verdienen, moeten inzetten op het maken van de juiste kostprijscalculatie. Dat is cruciaal. Fouten, onduidelijkheden en verouderde kengetallen kosten altijd geld.

Geautomatiseerde materiaal-optimalisatie en dan de digitale data naar machines toesturen is niets nieuws. Die flow is er al jaren, maar de feedback mist nu gewoon nog. We gaan prat op de kringloop van staal, want 100% recyclebaar, maar de eigen datastroom is niet gesloten. Althans, zover ik weet. We maken software voor staalbedrijven en wat mij dan opvalt is dat bepaalde modules worden aangeschaft. Maar juist niet de modules waarmee nacalculatiegegevens zoals machine- en bewerkingstijden op detailniveau automatisch worden teruggekoppeld naar het systeem. Dat verbaasde mij vroeger en nu nog altijd.

Wordt het bijgehouden in een ander systeem? Maar dan is er geen echte integratie. Je kan met een geïntegreerd systeem zoveel meer informatie eruit halen. Hoelang bepaalde bewerkingen op merken en onderdelen duren. Dat wil je toch weten?

Hoe dichter de data in de calculatie de werkelijkheid benadert, hoe beter je vooraf kunt inschatten – voorspellen – hoeveel geld je verdient met het project. Zo kan de staalbouwer bij een gevulde orderportefeuille afwegen om een project wel of niet aan te nemen, en meteen maatregelen nemen.
Om die werkelijkheid in de calculatie te benaderen, dient men te beschikken over de juiste geregistreerde productiedata. Als je standaard rekenregels gebruikt vanuit het verleden, vergelijk je appels met peren. Je maakt geen optimaal gebruik van de data die wel degelijk binnen je bedrijf aanwezig is.

Is het onkunde? Of is er geen behoefte aan een analyse? Geen zin, geen tijd? Ik weet het niet, kan het ook niet verklaren, maar vreemd is het wel dat het gebeurt. Huidige klanten lijken geen behoefte te hebben aan terugkoppeling, aan een analyse van die retourstroom. Zo van, ‘we doen het al jaren zo, komt wel goed…’.

In een tijd waarin de tech-bedrijven wereldwijd steeds meer gegevens waaronder die van ons, verzamelen en gebruiken, moeten wij er nog aan beginnen of laten wij deze data nog onbenut. Te weinig bedrijven maken de stap naar digitalisering van het totale proces. Conservatieve bedrijven die vasthouden aan oude gewoontes.

Ik voorzie een calculatieproces waarin een deel of het gehele 3D-model wordt geselecteerd en je met één druk op de knop een betrouwbare calculatie uitdraait. Een calculatie waarin gebruik gemaakt wordt van gegevens uit het eigen staalbouwproces, die continu worden aangepast naar de huidige praktijk. Zó weet het staalbouwbedrijf constant waar ze geld laten liggen en kunnen oprapen; en wordt hij competitiever dan andere bouwbedrijven. Dus staalbouwers, tijd om het ‘oude calculeren’ vaarwel te zeggen. Die oude garde gebruiken we enkel nog voor een pannenkoekenmix.

Deze column is tevens verschenen in het magazine Bouwen met Staal 280 – nr. 280 | blz. 67.